DE HEILIGE BEGGA VAN LANDEN 

(ca. 620 - 693)

Begga van Landen, ook bekend als Begga van Herstal of Begga van Andenne werd geboren rond het jaar 620. Ze kwam uit een vorstelijke, maar ook heilige familie. Zij was de dochter van de hofmeier Pepijn van Landen (van Austrasië) (1) en de heilig verklaarde Ida van Nijvel, ook wel Itta of Iduberga genoemd. Na de dood van haar man stichtte Ida het klooster van Nijvel. Begga had een broer Gimoald, die later zijn vader opvolgde. Haar zus Gertrudis werd abdis van het klooster van Nijvel en werd ook heilig verklaard.

Begga en Ansegisel, geschilderd door Pieter Pauwel Rubens (ca. 1614) (Kunsthistorisch Museum Wenen).

Omstreeks 643 huwde Begga met Ansegisel (ook Ansegius genoemd), de zoon van bisschop Arnulf van Metz en zijn vrouw Doda. Ansegisels vader en moeder werden ook beide heilig verklaard. Begga en Ansegisel kregen verschillende kinderen. Zeker zijn Pepijn van Herstal en Clothildis van Herstal. Ze woonden in het kasteel Chèvremont aan de Vesder (bij Chaudfontaine).

 

Het oudste levensverhaal van Begga stamt uit de late elfde eeuw, waarin wat verhalen aan elkaar werden gesmeed tot een een minder historisch geheel. De legende verhaalt, dat Ansegius bij een jachtpartij een kind op de mesthoop vond, dat hij aan Begga gaf om hem als een eigen kind op te voeden. God vertelde haar, dat het kind rampspoed zou brengen, maar ze gehoorzaamde haar man. Volgens de Mechelse begijn Johanna van Hout lieten “Ansegisus ende Begga dat kint kersten doen en waren peter en pete, en het gheschiede met groote solemniteijt oft vereeringhe, en noemden dat kint Gunduwinus”. Later tijdens een jachtpartij vermoorde Guduwinus zijn opvoedvader Ansegius en wilde ook nog Begga verkrachten. Begga wist te ontsnappen en Gunduwinus werd verscheurd en gedood door honden.

Het werkelijke verhaal is, dat bij een mislukte staatsgreep van zijn zwager Grimoald Ansegius werd gedood in 662. Begga werd erfgename van het uitgestrekte gebied. Zij besloot toen haar leven en bezit in dienst van God te stellen. Zij ondernam een pelgrimstocht naar Rome. Daar deed ze de gelofte om een klooster en zeven kerken te stichten naar Romes voorbeeld.

In 691 had haar zoon Pepijn de situatie in het gebied veilig gesteld. Begga stichtte toen het klooster in Andenne. Ze haalde enkele nonnen uit Nijvel en werd zelf de eerste abdis.

 

Begga overleed 17 december 693 te Andenne.

Uit de zeven kerken (of kapellen) die ze had gesticht, groeide later de collegiale kerk van Andenne. Niet ver daar vandaan vloeide een bron, geheten 'des Poussins'; deze werd naar haar genoemd "Fontein van Sinte Begga.

De Collegiale kerk Sint-Begga te Andenne is aan haar toegewijd.

Hier bevindt zich in de kapel links van het koor een 12e eeuws monument in zwart marmer, dat "Het graf van Begga" wordt genoemd.

Daarboven staat de zogenaamde "Tafel van Begga", waar bovennatuurlijke eigenschappen aan zijn toegeschreven. In de Sint-Amanduskerk te Wezeren in Vlaams-Brabant wordt nog een relikwie van Begga bewaard.

Zij wordt afgebeeld als vorstin (soms met drie kronen); als abdis, vaak met zeven kerken of een kerk met zeven torens in de hand).

Begga is de patrones van Andenne, maar ook van de stotteraars (omdat haar naam lijkt op het Franse woord "bègues = hakkelaars") en van mensen met beenbreuken en reuma. Later werd ze ook de patrones van de begijnen. Omdat de naam Begga lijkt op het woord 'begijn', werd zij in de middeleeuwen ten onrechte beschouwd als hun stichteres. Ondanks die misvatting is die verering gebleven.

“Het leven van de seer edele doorluchtighste en H. Begga hertoginne van Brabant, stightersse der Beggynnen: Met een cort begryp van de levens der salige, godtvruchtige en lof-weerdige begyntjens. der vermaerde en hoogh-gepresen beggyn-hoven, by een vergadert door eenen onbekenden Dienaer Godts” ( boekencollectie begijnhof Turnhout, invent. nr. B17101)

Beeld van Begga op de ingangspoort van het Lierse begijnhof.

In de middeleeuwen had de kans om als vrouw heilig te worden verklaard te maken met de sociale status. Het feit van de stichting van een klooster en de bouw van de zeven kapellen hebben waarschijnlijk haar heiligverklaring sterk beïnvloed.

Bij de Merovingische en Karolingische adel was een grote belangstelling voor eigen heiligen, omdat dat in de nog jonge christenmaatschappij een enorm prestige gaf.

 

Schrijn in de St. Amanduskerk.

Op een bronzen schrijn (2005) in de Sint-Amanduskerk in Wezeren (nu een deelgemeente van Landen in Vlaams-Brabant) zijn Pippijn van Landen (zalige) en zijn echtgenote Ida (Itta, Iduberga) (heilige) van Nijvel afgebeeld. Het zijn de ouders van de heiligen Gertrudis, Bavo (Allowin van Haspengouw) en Begga. Naast de relikwieën van de reeds vernoemden bevat het schrijn ook relikwieën van de heiligen Amandus (raadsman van Ida Van Nijvel) en Aldegondis (Aldegonda van Maubeuge, eveneens een Merovingische heilige) en van het heilig Kruis. Het bronzen schrijn is van de hand van kunstenaar Willy Peeters uit Heverlee. Het werd ingezegend op 6 februari 2005.

 

Begga is een voormoeder van keizer Karel de Grote en ook een voormoeder van mij (2).

Bronnen:

0 Wikipedia: Begga van Herstal

0 Heiligen net.nl: Begga van Andenne.

0 De Heilige Begga, stichteres en patrones van de Begijnenbeweging. Een succesrijke geschiedvervalsing. Hugo Vanden Bossche.

 

Noten:

1. Een hofmeier was oorspronkelijk de titel van het hoofd van de huishouding aan het hof van de koning. Austrasië: het noordoostelijke deel van het Merovingische koninkrijk; het omvatte het oosten van het huidige Frankrijk, het westen van Duitsland, België ten oosten van de Schelde en delen van het huidige Nederland.

2. De stamlijn van Begga van Landen naar mij loopt als volgt: Begga van Landen - Martin de Laon - Charibert de Laon - Bertrada (met de grote voeten) Laon - Karel de Grote der Karolingen (vanaf hem lopen er verschillende stamlijnen (Zie daarvoor o. a. : “Afstammelingen van Karel de Grote”



Willem den Brok, januari 2022

Bijgewerkt tot oktober 2023

 

Wil je terug naar de homesite, klik op: Voorouders. genealogie door Willem den Brok.